h

Pleidooi voor eerlijke politiek

8 juli 2009

Pleidooi voor eerlijke politiek

De nieuwe bestuurscultuur in Vught wil zich verre houden van vriendjespolitiek. Maar in de raad blijft vooralsnog een onderstroming van deze oude politiek aanwezig. Een politiek die zich kenmerkt door willekeur. Daarom kan dit gedrag niet onbesproken blijven. Persoonlijke motieven en belangen mogen nooit en te nimmer het algemeen belang verdringen. Eerlijke politiek kent geen vriendjespolitiek.

Afgelopen week greep een deel van de oppositiepartijen de Woonvisie 2009 aan om te ageren tegen het college. Het college had - na tussenkomst van de rechter - de bezwaren van omwonenden gegrond verklaard en de procedure stopgezet voor het bouwplan van de Charlotte Elisabeth van Beuningenstichting aan de Taalstraat (voormalige garage Denissen). In een motie riepen Gemeente Belangen en de fracties van Erp en Adriaanse het college op zich te verantwoorden ten opzichte van de van Beuningenstichting en duidelijkheid te geven over 'het schadeverhaal'.

Op het eerste gezicht slechts een wat vreemde focus op een willekeurig bouwplan wanneer je de Woonvisie 2009 bespreekt. Maar er gaat wel degelijk vriendjespolitiek achter schuil.

Allereerst is initiatiefnemer Tom van Erp eerlijk genoeg om te beamen dat de motie is opgesteld met Peter Pennings, raadslid namens Gemeente Belangen. Pennings heeft echter zeer nauwe banden met de Charlotte Elisabeth van Beuningenstichting. Zijn woonadres is het administratie- en bezoekadres van deze stichting en zijn zoon Pennings jr. is, sinds het aantreden van Pennings sr. als raadslid, contactpersoon. Door deze verbondenheid ligt al snel de schijn van belangenverstrengeling op de loer. Extra voorzichtigheid lijkt dan geboden. Het initiatief nemen tot een motie welke zo uitdrukkelijk het belang van de van Beuningenstichting dient past daar dus niet in. Een partij of fractie met enig moraal zou zich voor deze vorm van politiek niet moeten laten lenen. Gemeente Belangen doet kritische opmerkingen hierover echter af als 'verkiezingsretoriek' en lijkt daarmee deze handelswijze juist te verdedigen.

Een andere manier waarop deze vriendjespolitiek tot uitdrukking komt is het willekeurig gebruik van argumenten. Iedereen heeft kunnen lezen dat nu voor genoemde partijen de inspraak van omwonenden niet zo zwaar meer telt. Zelfs als de rechter hen in het gelijk stelt moeten de belangen van omwonenden wijken voor de belangen van de Charlotte Elisabeth van Beuningenstichting.
Hoe anders was het enkele weken geleden bij het bouwplan aan de van Voorst tot Voorststraat. Toen riepen dezelfde partijen om het hardst dat meer rekening gehouden moet worden met de belangen van omwonenden. Gemeente Belangen wilde zelfs zonder plan naar de omwonenden om hen te laten bepalen wat er wel en niet mocht komen. Hoe verhoudt zich dat nu met het pleidooi om aan de Taalstraat de omwonenden te schofferen? Blijkbaar gaat het Gemeente Belangen niet om het algemeen belang maar om wie belanghebbenden zijn. En als dat vrienden zijn hebben ze duidelijk een streepje voor.

En ook deze analyse zal wel weer afgedaan worden met 'verkiezingsretoriek' en 'zo gaan we niet met elkaar om'. Maar we zouden stukken verder komen als juist deze vragen gesteld mogen worden en de antwoorden niet slechts ontwijkend zijn.

U bent hier