h

Vughtse coalitie breekt coalitieakkoord open

14 september 2012

Vughtse coalitie breekt coalitieakkoord open

De coalitie in Vught (GB,VVD en D66) breekt het bestaande bestuursakkoord open. Een kritisch rapport van de Rekenkamer vormt de directe aanleiding. Uit dat rapport blijkt dat de bestuurskracht van het huidige college op belangrijke dossiers onder de maat is. Ook stelt het rapport dat de omvang en expertise van de ambtelijke organisatie toereikend is voor de reguliere taken, maar niet voor de extra ambities uit het bestaande bestuursakkoord. In de vergadering van donderdag 13 september voerde het college, met name bij monde van burgemeester van de Mortel, omslachtig verzachtende omstandigheden aan. Hij had zijn verhaal, tegen zijn gebruik in, zelfs op papier staan. Om te voorkomen dat de wethouders vervolgens een woord verkeerd zouden zeggen, lazen zij keurig een vooraf uitgeschreven reactie voor. Het tekende de gevoeligheid.

Maar de conclusies van de Rekenkamer zijn dan ook niet mals. Het college en – zo bleek – ook de coalitiepartijen onderschrijven weliswaar de conclusies en de aanbevelingen. Maar dat plaatst hen wel voor enkele dilemma's.

Ja-gemeente of niet?
Een van de conclusies van de Rekenkamer is dat een dossier als de “Ja-gemeente” (nu aandachtspunt van wethouder Van de Wiel, VVD) helemaal niet van de grond komt. In gewone mensen taal betekent dat, dat Van de Wiel zijn werk niet goed doet. Niet voor niets neemt het college de aanbeveling over om deze portefeuille over te dragen aan de burgemeester. Als deze er vervolgens wel in slaagt dit succesvol uit te zetten, is dat impliciet een bevestiging van het onvermogen van Van de Wiel. De politieke vraag is dan hoe lang een wethouder die op dit punt onder de maat presteert de hand boven het hoofd gehouden wordt.

Politiek of niet?
De burgemeester wil de portefeuille echter alleen overnemen als het geen politiek onderwerp (meer) is. Hij behoort immers boven de partijen te staan en wil dus geen politiek bedrijven. Maar door het onderwerp in het bestuursakkoord op te nemen is het wel politiek gemaakt. De vraag is nu of het er simpelweg weer uithalen voldoende is om het uit de politieke arena van de gemeenteraad te houden. In de gemeenteraad wordt er immers met enige regelmaat door partijen naar verwezen. Menig partij probeert als grootste Ja-knikker te boek te komen staan. Het is maar de vraag of de coalitiepartijen de profileringsdrang op dit onderwerp ook werkelijk achter zich kunnen laten.

Bestuursakkoord of niet?
Indien het gemeentebestuur niet snel orde op zaken weet te stellen zullen belangrijke dossiers uit het bestuursakkoord niet meer gerealiseerd worden, stelt de rekenkamer. Voor de noodzakelijke versterking van het gemeentebestuur is juist een extra investering nodig, terwijl de coalitie 1 miljoen euro wil besparen op de ambtelijke organisatie. De coalitie moet dus het bestaande bestuursakkoord openbreken om enerzijds hun ambities naar beneden bij te stellen en anderzijds nieuwe bezuinigingen te vinden. Meer dan de vorige keer ligt daarbij de vraag op tafel of de plannen ook uitvoerbaar en haalbaar zijn. Het bestaande bestuursakkoord is inderdaad niet veel meer dan (zoals het Brabants Dagblad het noemt) een “wensenlijstje”, maar dat kan niet nog een keer. Het nieuw te sluiten najaarsakkoord moet realistischer en dus op haalbaarheid worden getoetst. De vraag blijft of de betrokken coalitiepartijen hier daadwerkelijk uit komen.

Bezuiniging of niet?
Indien de coalitiepartijen besluiten een flink deel van hun ambities overeind te houden zal daarvoor ook de rekening betaald moeten worden. Duidelijk is nu immers dat dat een investering vraagt in de ambtelijke organisatie. De bezuiniging van 1 miljoen op de ambtelijk organisatie doorzetten betekent dat zelfs de uitvoering van de regulier taken onder druk gezet wordt. Dat lijkt op basis van het rapport van de Rekenkamer geen optie. De coalitiepartijen moeten dus - zelfs bij het inleveren van een groot deel van de ambities - op zoek naar andere bezuinigingsposten.

Burgemeester of niet?
De rekenkamer constateert dat het college en de ambtelijke organisatie elkaar in een houdgreep houden. Hierbij speelt juist de burgemeester een bijzondere rol. Ondanks de uitvoerige opsomming van verzachtende omstandigheden en de welwillendheid waarmee hij dit tot nu toe ter hand heeft genomen, moet ook vastgesteld worden dat de werkelijk stappen op dit terrein pas nu, naar aanleiding van het rapport van de rekenkamer, genomen worden. Wat echter voor hem spreekt is dat de aard van de maatregelen die nu genomen worden, mede gezien de raakvlakken met de politiek, niet eenvoudig door hem geïnitieerd kunnen worden.

De SP hoort vooral veel woorden. We hebben nog niet mogen ervaren dat dit college en deze coalitie een sterke visie uitdragen of opvattingen sterk delen. We denken dat dat nodig is om ook een gemeentebestuur goed te positioneren. Het gebrek aan die visie heeft er tot nu toe toe geleid dat “op verschillende beleidsterreinen en per onderwerp intensief afstemming nodig is tussen de leden van het college en tussen coalitiepartijen”, aldus de Rekenkamer. Het zou al een hele winst zijn als we verder kunnen op basis van een visie en de besluitvorming uit dit vooroverleg in achterkamertjes kunnen halen.

U bent hier