h

Brevet van onvermogen voor coalitie

8 november 2012

Brevet van onvermogen voor coalitie


De SP reikte donderdag tijdens de behandeling van de begroting een "brevet van onvermogen" uit aan de coalitiepartijen. De digitale versie werd alle betrokken raadsleden ter plekke via de mailbox toegestuurd. In zijn betoog benadrukte fractievoorzitter Henri Swinkels dat deze coalitie wordt getypeerd door het idee dat de politiek er slechts is om een wensenlijst van de eigen achterban te realiseren. Het vormt de basis voor de politiek-bestuurlijke impasse die door het onderzoek van de rekenkamer werd blootgelegd. Met de motie van 10 aandachtspunten toonde de coalitie aan dat het een structureel probleem. De coalitie neemt of het onderzoek niet serieus of is eenvoudig niet in staat tot een gezamenlijk gedragen afweging te komen. Wat rest is een plannetje van niets. Reden dus voor een brevet van onvermogen.

Het betoog van Henri Swinkels:

Voorzitter, leden van de gemeenteraad, college,

Ik spreek hier als één van de door Vughtse burgers gekozen vertegenwoordigers in deze raad. Dat doe ik met trots en met respect voor allen die hier – op basis van hetzelfde mandaat uit 2010 – zich volksvertegenwoordiger mogen noemen. Maar bovenal doe ik dit met respect voor hen die wij hier vertegenwoordigen, de Vughtse samenleving. Het is dan ook ten behoeve van deze samenleving dat ik hier mijn beklag doe. Mijn beklag over de wijze waarop deze gemeente de afgelopen jaren bestuurd is, nu bestuurd wordt en - gezien de voorliggende begroting - ook het komend jaar bestuurd gaat worden.

Want al kunnen we ons verschuilen achter plannen, protocollen en procedures, achter beleidskaders, bezuinigingen en - zoals vandaag - begrotingen, in essentie gaat het bij al onze besluiten steeds om een enkele, eenvoudige vraag. Een vraag die past bij onze rol als volksvertegenwoordigers. Een vraag die eigenlijk zo vanzelfsprekend is dat we hem al te makkelijk vergeten: Wordt de Vughtse samenleving beter van wat we doen?

Als er, gemeenteraadsleden en college, nadat ik u zojuist deze vraag voorlegde, iets door uw hoofd schoot van “natuurlijk wordt de samenleving beter van wat ik doe”, dan tekent dat uw overmoed en gebrek aan zelfreflectie.

Want wat maakt dat u meent de samenleving beter te maken? Is het uw aanwezigheid? De tijd die het u kost? De moeite die u neemt? Hoezeer uw inspanningen ook te waarderen zijn, ze zijn op zichzelf geen garantie op verbetering. Uw inspanningen, uw aanwezigheid kan even goed tot rampspoed leiden.

Het gaat immers vooral om de keuzes die we hier maken en of we ons bij die keuze laten leiden door: Wordt de Vughtse samenleving er beter van?

Daarvoor is het allereerst van belang dat wij ons opstellen als de vertegenwoordigers van alle Vughtenaren. Als we de samenleving willen dienen, kunnen we niet de spreekbuis zijn van slechts een deel van de Vughtenaren, kunnen we niet alleen de vertegenwoordiger zijn van hen die we tot de eigen achterban rekenen, niet alleen de behartiger zijn van een minderheidsbelang. We kunnen evenmin groepen binnen deze samenleving negeren of hun belangen op voorhand terzijde schuiven, louter op grond van hun aantal, hun invloed, de straat of buurt waar ze wonen, hun positie, hun status of hun vriendjes.

En toch is het dat, wat er met deze coalitie gebeurt. Niet expliciet en uitdrukkelijk, maar achteloos, bijna per ongeluk. Dat was al het geval in het oorspronkelijke bestuursakkoord uit 2010, waarin een uitruil plaatsvond van diverse minderheids-belangen. Daar ging het in beginsel al niet over “Wordt de Vughtse samenleving hier beter van”, maar over “hoe bedient ieder van ons de eigen achterban”.

Het leidde tot taferelen:

De herlocatie van het scholencluster in Vught Noord. Een belang - inderdaad - van ouders met kinderen op het Molenven die hun kinderen liever dichterbij naar school zien gaan. Maar wordt de Vughtse samenleving er daarmee ook beter van? De SP toonde met anderen en vele Vughtenaren aan dat er ook andere belangen lagen. Het koste veel extra tijd, moeite, en geld om de coalitiepartijen weer met beide voeten op de grond te krijgen, weer dichterbij de vraag “Wordt de Vughtse samenleving hier beter van?”

En dan het afkopen van het woningbouwplan op de Koepel. Maar liefst 2,8 miljoen om te voorkomen dat er ook daar woningen komen die aansluiten bij de Vughtse woningbehoefte. De SP verzamelde 110 euro weigerbiljetten. Maar de coalitie negeerde deze belangen en zo betaalde iedere Vughtenaar voorlopig 110 euro om er voor te zorgen dat er uiteindelijk 33 miljonairs op de Koepel kunnen wonen. De vraag blijft: “Wordt de Vughtse samenleving hier beter van?”

Het is dit idee, het idee dat de politiek er slechts is om de wensenlijst van de eigen achterban te realiseren, dat deze coalitie typeert en de basis vormt voor de politiek-bestuurlijke impasse die deze zomer door de Rekenkamercommissie werd blootgelegd.
En zelfs nu - een half jaar na dat rapport – moeten we vaststellen dat dit hardnekkig is. Zelfs met de waarschuwingen, conclusies en aanbevelingen die door de Rekenkamer zijn afgegeven, zelf met de herkansing die de coalitie en het college is geboden met de gemeenschappelijke motie van 20 september j.l. laten de coalitiepartijen het afweten en blijven zij hun individuele partijbelangen boven die van de Vughtse samenleving plaatsen.

Het college merkte in zijn reactie op het onderzoek van de Rekenkamercommissie fijntjes op “Kijkend naar de ondertitel van uw rapport zijn wij van mening dat een nadere analyse over de rol van de gemeenteraad ook interessant zou kunnen zijn.”
Voor de goede verstaander wijst het college hier op de rol van de gemeenteraad “in relatie tot de ambities van de gemeente Vught”. En gezien de prominente rol die coalitiepartijen daarbij innemen mag ik dit lezen als een lichte vorm van kritiek op het functioneren van de coalitiepartijen bij het bepalen van de politieke ambities.

Als we ons daarover moeten uitspreken, schieten we daarin als gemeenteraad inderdaad schromelijk tekort. We zouden het als SP graag anders zien en meer met een eenduidige visie de politieke richting bepalen. Het zou inderdaad de politiek-bestuurlijke duidelijkheid en helderheid brengen die nodig is om doelmatiger en effectiever de beschikbare ambtelijke capaciteit in te zetten.
Maar de coalitiepartijen hebben ook deze keer die kans laten liggen. Er is een motie geproduceerd die in geen velden of wegen lijkt op wat er werd gevraagd. De meest essentiële vragen worden er niet in beantwoord. De kwaliteit van het aangereikte (concept)document is ver onder de maat. Het is dan ook niet bruikbaar voor de politiek-bestuurlijke helderheid die het onderzoek van de Rekenkamercommissie vroeg. Hier blijkt waarom het college wees op 'de rol van de gemeenteraad'. Hier blijkt waarom in de wandelgangen wordt geroepen: 'met zo'n coalitie heb je geen oppositie meer nodig.”

Het wordt daarom tijd dat we niet meer om de hete brei heen draaien. Dat we niet vervallen in goedmakerij, het niet meer mooier maken dan het is. Onze middelen zijn beperkt, tenslotte dient de kiezer uit te maken wie zij verantwoordelijk maken voor het besturen van Vught. Maar het minste wat wij hier kunnen doen, is iedereen duidelijk maken dat wat hier gepresteerd is volstrekt onder de maat is. Vught onwaardig.
En toch verdient het iets. Een brevet. Maar dan wel een brevet van onvermogen.
U krijgt hem – modern als wij zijn - bij deze, digitaal en persoonlijk in uw mailbox.

Nogmaals, de kwaliteit van deze (concept) herprioritering is bedroevend. Het brengt met zich mee dat we nu niet werkelijk in kunnen gaan op de voorliggende begroting. De begroting baseert zich noodgedwongen op het oude bestuursakkoord, hetgeen geen praktijk meer kan zijn indien gesteld wordt de conclusies en de aanbevelingen volledig worden overgenomen.
De (concept) herprioritering geeft daarbij geen politieke helderheid over wat er precies met die aanbevelingen moet gebeuren. Daarmee zijn niet de politieke voorwaarden geschapen waarmee het college bestuurlijk uit de voeten kan. Wat rest is volstrekte onduidelijkheid over het beleid en de begroting.

Wij voelen ons dan ook niet geroepen om hier een begroting te bespreken die achterhaald is en waarvan niet eens duidelijk is wat er gaat veranderen op basis van nieuwe politieke ambities.

Er zijn mogelijkheden om meer fundamenteel te kiezen voor de samenleving. De zorgvuldige afweging of we iets willen omdat we ons er al in vast gebeten hebben, omdat we de belanghebbenden goed kennen, omdat we er op korte termijn goede sier mee maken, omdat we het zelf zo graag willen, omdat het veel geld oplevert of

omdat de Vughtse samenleving er beter van wordt.

U bent hier