Vught

Het college komt veren tekort om zichzelf toe te steken. Bij de meerjarenbegroting 2014-2017 kijken ze daarbij alleen naar 2014. Dat is namelijk het laatste jaar waarin Vught nog positieve cijfers laat zien. Daarna zakt Vught fors in de rode cijfers. Over 3 jaar een tekort van bijna 4 miljoen! Het college doet echter alsof de neus bloed en moffelt ondertussen de slechte cijfers weg.

In voorgaande begrotingen werd steevast ook het totaal van de meerjarenbegroting gepresenteerd. In de meerjarenbegroting 2011-2014 was dat nog een "cumulatief nadeel" van ruim 6,5 miljoen euro. In de Meerjarenbegroting 2012-2015 was de forse bezuiniging op de ambtelijke organsiatie reeds verwerkt. toch reste er "cumulatief" een tekort van 430.000 euro. Dat was niet veel anders in de Meerjarenbegroting 2013-2016. Daarin resteerde een "cumulatief saldo meerjarenperiode" van -100.000 euro. Maar in de voorliggende begroting ontbreekt plotseling deze optelling over de meerjarenperiode. Natuurlijk staat een tekort van 4 miljoen niet zo fraai in de laatste begroting van dit college. Met het oog op de verkiezingen is daarom een "cumulatief saldo" maar achterwege gelaten. Het college stapt ondertussen met groot gemak over het belang van een sluitende begroting over meerdere jaren heen. Zij stellen:

"Wij voeren al jarenlang een voorzichtig financieel beleid waarbij een ook op termijn structureel sluitende begroting het uitgangspunt vormt. De gemeente beschikt hierdoor over een solide financiële basis om de komende bestuursperiode in te gaan.  Voor deze meerjarenbegroting willen we het uitgangspunt dat de begroting ook op termijn structureel al sluitend moet zijn, niet hanteren. De gevolgen van de rijksbezuinigingen voor de gemeentelijke begroting zijn op termijn zo ingrijpend dat het nu, vooruitlopend op de verkiezingen in 2014, niet gepast is om ingrijpende ombuigingen te benoemen en te verwerken in de meerjarenbegroting."

De oplettende lezer ziet de tegenstelling tussen de eerste en de tweede alinea. Eigenlijk geeft het college hier volmondig toe dat - nu een sluitende meerjarenbegroting ontbreekt - er niet langer sprake is van een solide financiële basis om de komende bestuursperiode in te gaan.

Dat is al met al geen prettige erfenis. Blijkbaar kijkt dit college liever niet verder dan hun neus lang is, schuift de problemen door naar hun opvolgers en verdoezelt ondertussen de slechte cijfers uit de begroting.

Het adgoum van dit college: "na ons de zondvloed".