h

DE SPEELDOOS EEN SPEELBAL VAN B&W? DE SP STELT VRAGEN!

3 juli 2019

DE SPEELDOOS EEN SPEELBAL VAN B&W? DE SP STELT VRAGEN!

Foto: Theater de Speeldoos Vught / Theater de Speeldoos Vught

Afgelopen week verscheen er een uitgebreide terugblik van Hans Kraaijeveld op zijn interimperiode als directeur van theater De Speeldoos op de site van Aridion (aridion.nl). De terugblik gaat over de periode van 2 november 2018 tot 18 april 2019 en alhoewel de sfeer van het verhaal nogal wrang is; wanneer de emotie eruit wordt gehaald, blijven er toch ook wel een aantal vragen open staan. Dat was reden voor de Vughtse SP-fractie om die vragen schriftelijk aan het college te stellen, “want, gedane zaken nemen weliswaar geen keer, maar het relaas schetst toch een handelswijze van (leden van) het college die op z'n minst de wenkbrauwen doet fronzen.

We trekken niet te vlug conclusies. Dus hechten we ook aan de visie van het college op dit relaas. Maar onder andere de rol van wethouder Van Woesik komt bij dit dossier wat vreemd over.  Deze wethouder is verantwoordelijk voor Rijksinfra en niet voor Cultuur, waar het dossier De Speeldoos onder valt. Maar daarom willen we bijvoorbeeld weten of de aard en stijl van die bemoeienis gedragen wordt door het voltallige college. En ook roept de rol van de burgemeester bij de samenstelling van het nieuwe bestuur bij ons vragen op. Deze vragen hebben we gisteren aan het college voorgelegd en we wachten nu de antwoorden af."

De SP heeft de volgende vragen gesteld:

  1. Wat is de algemene reactie van het college op deze weergave van de gebeurtenissen in die periode?

  2. Zijn in deze weergave aan de hand van Hans Kraaijeveld, naar het oordeel van het college, feitelijke onjuistheden weergegeven? Zo ja, welke? 

  3. Volgens deze weergave is er naast de portefeuillehouder wethouder Van de Ven, ook betrokkenheid van de parttime wethouder Rijksinfra, wethouder Van Woesik. Waarom en vanuit welke verantwoordelijkheid nam wethouder Van Woesik deel aan (minimaal de eerste drie) gesprekken met de heer Kraaijveld?

  4. Wat is de betrokkenheid van wethouder Van Woesik verder geweest in dit dossier? Wanneer en op welke wijze is deze betrokkenheid en handelswijze besproken en afgestemd in het college? *

  5. Klopt het dat wethouder Van Woesik in een van deze gesprekken het voorstel heeft gedaan aan de heer Kraaijeveld om te overwegen een verzoek tot een subsidiebijdrage voor de professionele podiumkunsten in te dienen? Zo ja, hoe valt deze suggestie te rijmen met het door de raad meegegeven kader dat professionele podiumkunsten niet gesubsidieerd worden?

  6. Heeft er op donderdag 10 januari een gesprek plaatsgevonden tussen wethouder Van de Ven met de heer Kraaijeveld, waarvan een terugkoppeling plaatsvond op vrijdag 11 januari? Is daarbij een vervolgafspraak gemaakt voor maandagochtend 14 januari? Wanneer en op welke wijze heeft het college deze gang van zaken, alsmede de daarbij gemaakte afspraken besproken en afgestemd? *

  7. Heeft wethouder Van Woesik, zoals de heer Kraaijeveld stelt, vrijdag 11 januari met ‘het enige nog aangebleven bestuurslid’ gesproken en er bij hem op aangedrongen het KvK-inschrijfformulier voor de gemeentesecretaris te ondertekenen? Zo ja, vanuit welke verantwoordelijkheid en wanneer en op welke wijze is deze handelswijze besproken in het college? *

  8. Heeft wethouder Van Woesik zondag 13 januari tijdens een nieuwjaarsreceptie ‘het enige nog aangebleven bestuurslid’ wederom hierop aangesproken? Was wethouder Pennings hierbij ook aanwezig? Is bij dat gesprek erop aangedrongen dat die avond voor 20.00 uur het KvK-formulier ondertekend moest worden? Is daarbij de bedreiging geuit: “Zo niet, dan trekt de gemeente zijn handen van de Speeldoos af en zou iedereen op straat komen te staan!” (of woorden van gelijke strekking)? Zo niet, wat is dan de aard van het gesprek geweest dat wethouder Van Woesik en wethouder Pennings op de nieuwjaarsreceptie met het betreffende bestuurslid hebben gevoerd?

  1. Bevestigt het college dat inderdaad zondagavond 13 januari het KvK-inschrijfformulier is getekend? Hoe verhoudt dit zich naar het oordeel van het college tot de staande afspraak die gemaakt is voor de volgende ochtend maandag 14 januari? Welk belang was gediend bij ondertekening zondagavond 13 januari in plaats van maandagochtend 14 januari of later?

  1. Is de handelswijze van wethouder Van Woesik, alsmede de inzet om ‘aan te dringen’ op ondertekening van het KvK-formulier uiterlijk zondagavond 13 januari, onderwerp geweest van overleg of afstemming in het college? Zo ja, wanneer en op welke wijze heeft deze afstemming plaatsgevonden? Wordt deze handelswijze daarmee door het voltallig college gedragen? *

  1. Het relaas schetst ook een mogelijk bedenkelijke betrokkenheid van burgemeester Van de Mortel ten aanzien van de samenstelling van het nieuwe bestuur. Wat is naar het oordeel van het college de betrokkenheid van de burgemeester geweest? Hoe en op welke wijze is deze besproken en afgestemd in het college? * 

Hoe rechtvaardigt het college de inmenging van de burgemeester bij de samenstelling van het nieuwe bestuur van De Speeldoos?

  1. Het relaas schetst ook dat wethouder Van de Ven (donderdag 10 januari) het oordeel over de wijze van vorming en samenstelling van het nieuwe bestuur bij de burgemeester legt. Klopt dit? Indien dat niet het geval is, wat is dan de reden geweest van de consultatie van de burgemeester door wethouder Van de Ven?

  1. Het relaas doet een oproep om allen te reflecteren op de eigen rol. Als het college dat nu doet, wat zou het college met de opgedane ervaring achteraf gezien anders gedaan hebben?

U bent hier