Vught

Ruim een jaar is er geinventariseerd door het Vughtse college hoe omliggende gemeenten tegen samenwerking zouden aankijken. Een open deur waarvan iedereen kon voorspellen dat de omliggende gemeenten positief zouden staan tegenover samenwerking. En inderdaad. Een jaar later is de conclusie: de gemeenten Sint-Oedenrode, Haaren, Sint-Michelsgestel en Vught gaan met elkaar, en mogelijk met meer gemeenten in de Meierij, samenwerken. Wouw!

Het resultaat valt al met al wat tegen. Ondanks een heel jaar inventariseren is nog onbekend hoe de gemeenten Boxtel en Schijndel tegen samenwerking aankijken. Maar ook de vier gemeenten die hun krachten gaan bundelen hebben eigenlijk nog geen idee op welk gebied.

De enige aanleiding voor het persbericht lijkt de gezamenlijke visie die door de gemeenten is uitgesproken voor deze samenwerking:

De samenwerkende Meierij-gemeenten willen hun gezamenlijke kracht gebruiken om de toekomstige uitdagingen aan te gaan vanuit hun eigen bestuurlijke autonomie en willen ambtelijke samenwerking op een schaal en met een inhoud die maximaal tegemoet komt aan het uitgangspunt dat dienstverlening zo dicht mogelijk bij de burger plaats dient te vinden.

Zelden heb ik zo'n slechte en weinig inspirerende visie gelezen. Vooral de vrees van betrokken gemeenten dat samenwerking ten koste gaat van hun autonomie en betrokkenheid bij de burger klinkt er in door. Geen enkele innoverende gedachte over welke samenwerking nieuwe mogelijkheden schept voor gemeenten en hun inwoners. Een visie bestaande uit holle frasen over goed bedoelde samenwerking.

Een jaar inventariseren heeft slechts duidelijk gemaakt dat de aanpak hopeloos ambtelijk is. Wie had gedacht dat er een gezamenlijke visie opgesteld moest worden om tot samenwerking te komen. En uit deze visie klinkt vooral een schreeuw om meer inspiratie en innovatie. En daar ontbreekt het ook in Vught aan.