Goede raad?
Goede raad?
Na een mini-serie van rekenwonderen, nu een rubriek van langere adem. In “Goede raad?” kijk ik terug naar opvallende opmerkingen uit debatten die in de raad gevoerd zijn. De aanleiding kan zowel een zorgvuldig voorbereide opmerking zijn als een verspreking. Of elke andere situatie die het waard is om nog eens tegen het licht te houden. En ..... natuurlijk is het niet kleurloos. Het gaat om mijn persoonlijke waarneming, interpretatie en analyse. Iedereen is uitgenodigd te reageren. Maar dan wel publiekelijk onder deze blog.
Ik start deze serie met een opmerking van VVD-er Mark du Maine. Een zorgvuldig voorbereide opening van zijn betoog om de openingstijden voor winkels in Vught volledig vrij te geven.
“Ik start met een citaat”
Dumain wil ons doen geloven dat de bijbel (Genisis, boek 2 vers 3) de bron is van de zondagsrust. De bron van het feit dat de winkels op zondag dicht moesten.
Maar in werkelijkheid kent de zondagsrust juist een heidense oorsprong. Het is keizer Constantijn de Grote die in het jaar 321 de zondag tot verplichte rustdag uitroept voor het West Romeinse rijk. De eerste zondagswet luidt:
- "Op de Heilige Dag van de Zon dienen magistraten en mensen wonende in de steden te rusten en dienen winkels gesloten te zijn. Op het land echter, mogen personen werkzaam in de landbouw hun werkzaamheden verrichten; omdat het vaak voorkomt dat een andere dag niet geschikt is voor het zaaien van graan of het planten van wijnranken."
De zondagsrust is dus ontstaan met het oog op het verbinden van tegenstrijdige ideeën.
Met die wetenschap is het bijna ludiek dat du Maine in de volstrekt tegengestelde meningen van winkeliers juist de aanleiding ziet om de verplichte zondagsrust voor winkeliers op te heffen.
Lastiger wordt het als hij op zijn vergissing gewezen wordt door Suzanne van Wiggen (PvdA/GL). Du Maine wil er niets van weten. Maar hij draaft daarbij wel een beetje door. Op de opmerking dat zijn verhaspeling van de werkelijkheid beledigend zou kunnen zijn voor gelovigen, reageert hij met: “Dat mag in Nederland”.
Enerzijds erkent hij daarmee dat het een belediging is. Maar opvallend genoeg is die belediging voor deze liberaal legitiem omdat je in Nederland nu eenmaal mensen – en in dit geval gelovigen – mag beledigen.
Nu we weten dat du Maine het absoluut niet bij het rechte eind had, is deze belediging eveneens onnodig en ongefundeerd. Wat rest is een belediging om te kunnen beledigen.
Ik vermoed dat de vrijheid van meningsuiting niet bedoeld is om ongefundeerd (groepen van) mensen te beledigen. Maar voor du Maine kun je iedereen beledigen omdat het mag. Een nieuwe vrijheid: ongefundeerd beledigen van anderen.
Omdat dat mag?
- Zie ook:
- Henri Swinkels